Aan de Nederlandse kant van de grens bleef het stil. In Lichtenvoorde, amper tien kilometer verderop, geen NL-Alert, geen sirene. Zelfs geen pushbericht. Alleen een droog bericht van het waterschap Rijn en IJssel op lokale mediasites: “We maken ruimte in de beken en voeren extra water af.”
Grenzeloos water, begrensde systemen
Het contrast kon haast niet groter. Terwijl de Duitsers hun burgers via de NINA-app waarschuwden voor overstromende fietspaden en oproep plaatste zich te weren tegen onder meer onderlopende kelders, vertrouwden de Nederlanders op hun dijken, sluizen en waterschappen.
“Inwoners merkten hoe hard het van tijd tot tijd regende, keiharde buien afgewisseld met aanhoudende regen, overal stonden plassen tot aan het vollopen van lagere gelegen weiden”, kunnen we het nog aan? verhaalde De Gelderlander. Valkenburg 2021? Het Ahlertal schuin onder de lijn Aken-Bonn?
Twee landen, twee protocollen
Hoe kan het dat zo’n situatie aan de ene kant van de grens alarmbellen doet rinkelen, en aan de andere kant nauwelijks een wenkbrauw lijkt te doen fronsen? Het antwoord zit in hoe beide landen hun crisisaanpak hebben georganiseerd.
Duitsland werkt met het modulaire waarschuwingssysteem MoWas, waarbij meldingen via radio, apps, sociale media en zelfs sirenes worden verspreid, ook al bij beginnende dreiging. Na de ramp in het Ahrtal in 2021, waarbij bijna tweehonderd mensen omkwamen, zijn Duitsers sneller waakzaam geworden. De afkorting NINA-app verraadt dat al een beetje. Het staat voor ‘noodinformatie en nachrichten nieuws-app’.
‘Nieuws’ dat in Nederland bij kletsnat en dreigende overspoeling van het land een taak van het Waterschap of zoals gisteren vaardigde het KNMI code-oranje om je te wapenen tegen de extreme weersomstandigheden. De NINA-waarschuwingsapp is van het federale bureau voor civiele bescherming en rampenbestrijding (BBK). Het waarschuwen in Duitsland en Nederland kennen dus een hele andere opzet in hoe zij met gevaren omgaan.
Nederland is terughoudender. NL-Alert is een zwaar middel, zegt het ministerie van Justitie en Veiligheid die daar verantwoordelijk voor is. De app wordt pas ingezet bij acuut levensgevaar of maatschappelijke ontwrichting. Voor hoogwater vertrouwt men vooral op het fijnmazige netwerk van waterschappen en bijvoorbeeld het KNMI, die hun eigen metingen en meldingen doen, vaak technisch, weinig alarmerend, maar wel ondersteunend.
Grensbewoners in niemandsland
In grensplaatsen als Dinxperlo en Winterswijk levert dat soms vreemde situaties op. Telefoons verbinden zich met de dichtstbijzijnde zendmast, die soms in Duitsland staat, soms in Nederland. Het is net als de autoradio, die eenmaal weer terug in Nederland nog lang verkeersmeldingen doet over files op Duitse wegen.
Volgens het ministerie van Justitie en Veiligheid is dit geen systeemfout, maar de logische uitkomst van nationale indelingen. “Wie in Nederland woont, valt onder Nederlandse protocollen en handelt naar de richtlijnen die daar zijn. En andersom.” Of je nu honderd meter van de grens woont of één kilometer.
De techniek kan het wel, de organisaties niet
Technisch zijn er wél mogelijkheden om grensoverschrijdend te waarschuwen. Nederlandse berichten kunnen via Duitse zendmasten verspreid worden, en andersom. Apps als NINA en NL-Alert zouden in theorie ook elkaar kunnen versterken. Maar zo ver is die ontwikkeling nog lang niet.
Maar in de praktijk stokt het daar. “De techniek is niet het probleem,” erkent een woordvoerder van de veiligheidsregio Zuid-Limburg. “De bottleneck is: wie mag wat wanneer versturen? En wie beslist of het ernstig genoeg is?” Wat verstaan we onder de begrippen ‘Not/Nood’, Wat vatten we onder alerteren, alarmering en wanneer is waarschuwen waardig?
Voorzichtige stappen richting samenwerking
In Zuid-Limburg, zwaar getroffen door wateroverlast in 2021, worden de eerste stappen gezet. Daar werkt de veiligheidsregio aan een koppeling met Belgische en Duitse systemen. De nieuwe Zuidlimburgveilig-app toont al meldingen van P2000, KNMI en lokale waterstanden. Een NL-Alert-integratie is in voorbereiding, en een brief aan het ministerie is onderweg om ook API-koppelingen met NINA, DE-Alert en BE-Alert mogelijk te maken. ”We inventariseren andere veiligheidsregio’s of zij dezelfde behoefte hebben.”
“Een gezamenlijke waarschuwing is nog ver weg, maar we staan in verbinding met Kreis Borken over wateroverlast, droogte en het water drinkbaar houden”, meldt het Waterschap Rijn en IJssel. “In die samenwerking bepalen we wanneer we gaan opschalen.”
Weeralarm zonder bereik
Opvallend genoeg functioneren waarschuwingsapps als NINA in Nederland niet. Je kan de app downloaden, maar jouw woonadres invullen loopt manco. “Een NL-Alert? Als je telefoon op een Duitse mast zit, krijg je het bericht niet binnen.”
Een nieuwe NL-Alert-app, waarin gebruikers hun locatie handmatig kunnen instellen, is in de maak. Maar voorlopig is die alleen in het Nederlands beschikbaar, en dus voor veel grensoverschrijdende situaties ontoereikend.
Gisteren weer raak
Gisteravond, opnieuw een case voor de waarschuwingssystemen in beide landen. Een zware onweersbui trok over Winterswijk en had een valwind. Een dak van een bedrijfspand stortte in, er ontstond een gaslek, bomen lagen over wegen. NL-Alert stuurde een bericht uit: “Blijf binnen, vermijd de weg.”
Maar aan Duitse zijde bleef het stil. De NINA-app gaf geen kik, terwijl hulpdiensten in Bocholt tientallen ‘Notmeldungen’ ontvingen. Waarom? Omdat het noodweer zich nét buiten het officiële grensgebied afspeelde? Letterlijk!
Water laat zich niet nationaliseren
Het is een patroon dat blijft terugkomen. Water trekt zich niets aan van grenzen, net zomin als wind of bliksem. Maar onze waarschuwingssystemen doen dat wél. Het gevolg: dat maakt de burgers onzeker.
Een overstroming aan de Duitse kant kan gevolgen hebben aan de Nederlandse kant en andersom? Duitsland gaat anders om met waterbeheer dan Nederlanders. De federlae staat belastinggeld waarover de politiek bepaalt waaraan belastinggeld uitgegeven wordt: het onderwijs en de wegen of…. watergangen en watersystemen. In Nederland vormen de waterschappen aparte overheden waaraan Nederlanders waterschapslasten betalen, zodat we zeker weten dat goede afwegingen worden gemaakt om Nederland tegen wassend water en droogte te beschermen.
Maar zolang systemen niet gekoppeld zijn en protocollen strikt nationaal blijven, valt de grensbewoner tussen wal en schip.