‘Het waterschap heeft toen gelijk onderzoek laten doen naar de veiligheid van het kantoorgebouw. Hieruit bleek dat de vloerconstructie niet overal even sterk is en het gebouw versterkt moet worden. Het waterschap heeft toen meteen tijdelijke maatregelen genomen’, laat het waterschap weten. Om de vloer minder te belasten is er een houten loopbrug over de vloer gelegd, en worden er ieder half jaar controles uitgevoerd. Daarnaast mag een deel van de vloer niet meer gebruikt worden, waardoor meer dan veertig werkplekken niet meer te gebruiken zijn.
Het waterschap zal naast de reparatiewerkzaamheden in het gebouw ook reguliere werkzaamheden uitvoeren zodat het gebouw weer toekomstbestendig is. ‘Er komt ledverlichting en een aangepast klimaatsysteem. Hierdoor is er straks een gezondere werkomgeving voor de medewerkers. Ook komt er een indeling van het kantoor die beter past bij de nieuwe manier van werken’, aldus het waterschap. De totale kosten van de hele verbouwing worden geschat op 17 miljoen euro.
Rechtszaak
Het waterschap wil de kosten van het repareren van de vloer verhalen op de aannemer die de vloer destijds gebouwd heeft, daarvoor loopt nog een rechtszaak. In eerste instantie oordeelde de rechter dat de kosten niet verhaald mogen worden op de aannemer, omdat deze ten tijde van het aanleggen van de vloer de risico’s niet kende. ‘Het waterschap legt zich niet neer bij de uitspraak van het Gerechtshof. Het wil de kosten van de onveilige vloer verhalen op de aannemer. En niet op de belastingbetaler’, aldus het waterschap, die in cassatie is gegaan.