“Wat we zien is dat we een probleem hebben met dak- en thuisloze mensen. Die hebben voor overlast gezorgd, met name rond stationsgebied. We zien ook op een aantal andere plekken in de gemeente dat er kleine groepsvorming is en dat het overlast geeft”, beschrijft Boumans. “We zien het vooral op plekken waar weinig zorg is voor dat gebouw zelf. Of slecht dichtgetimmerde woningen of panden.”
Een van die panden is de parkeergarage aan de Hofstraat, waar voorheen de MediaMarkt gevestigd zat. Deze begon na het vertrek van de elektronicawinkel behoorlijk te verpauperen en werd daarbij ook een aantrekkelijke overnachtingsplek voor dak- en thuislozen. Dit leidde tot veel overlast bij bezoekers van de parkeergarage en de Basic-Fit. Inmiddels heeft de pandeigenaar daarvan stappen ondernomen, door middel van 24/7 bewaking, om de overlast zoveel mogelijk tegen te gaan.
‘Nadenken over gebruik van pand’
Boumans hoopt dat pandeigenaren bewust met hun panden omgaan, zeker met leegstaande panden: “Ik heb vanavond ook toegelicht dat plekken waar veel liefde voor is, ook minder overlast is. En dat het ook goed is dat pandeigenaren dus wel nadenken over het duurzame gebruik van hun pand. Anders neemt het risico op dak- en thuisloze anders behoorlijk toe.”
‘Groei van probleem lijkt aanzienlijk’
Boumans sprak tijdens de raadsvergadering ook zijn verbazing uit, over de omvang van het groeiende probleem: “De groei lijkt toch behoorlijk aanzienlijk te zijn. En ik kan het niet eenduidig verklaren waar dat nu vandaan komt. Het blijkt namelijk dat veel vergelijkbare gemeentes deze overlast ervaren.”
‘Identiteiten nog onduidelijk’
Ook is nog enigszins onduidelijk wie nou exact de mensen zijn die in Doetinchem in de buitenlucht verblijven. “Als je kijkt naar Doetinchem lijkt het voor een deel te gaan om een groep ontslagen arbeidsmigranten. Deze zijn over het algemeen ontslagen vanwege problematiek”, beschrijft Boumans. “En voor een deel lijkt het te gaan om dak- en thuislozen die van een ‘waterbedeffect’ komen uit andere steden en gemeentes. Hun aanpak kan dan zo effectief zijn, dat die mensen de trein op stappen en naar een kleiner centrum gaan in de hoop om met rust gelaten te worden.”
Boumans concludeert dat het lastig is om direct met een eenduidige oplossing te komen: “Het is nu eerst belangrijk om te achterhalen om wie het gaat en wat hun achtergrond is. Vanuit die kennis kunnen we komen tot een integrale aanpak. We moeten met meerdere instanties de handen ineenslaan om hiermee aan de slag te gaan. Er zitten ook mensen tussen die hulp niet willen accepteren. Dan is het lastig om een oplossing te vinden.”
Groter plaatje aanpakken
CDA-fractievoorzitter Jeroen Berends vroeg de burgemeester ook naar het grotere plaatje: “Je ziet in steden als Utrecht en Amsterdam dat zij een strenge aanpak hanteren, waardoor daklozen naar andere steden trekken. Hoe kunnen we voorkomen dat er een soort concurrentiestrijd ontstaat tussen steden, waarbij daklozen van de ene naar de andere kant worden ‘gejaagd’? Kunnen we dat grotere waterbedeffect voorkomen?”, vraagt Berends.
Boumans begrijpt de vraag van Berends en benadrukt het belang van inzicht in de achtergronden van de daklozen: “De reden dat ik wil weten over welke mensen wij het hebben, heeft ook hiermee te maken. Als blijkt dat een grote groep mensen uit andere steden komt, omdat het daar niet langer comfortabel is om als dakloze te verblijven, dan is dat iets waar we ook iets mee moeten.”