“Het was een grandioze tijd”, zo liet Hartelman volgens
Omroep Gelderland drie jaar geleden over zijn tijd als motorcrosser weten in het boek Ode aan de Achterhoekse Motorcross. “Ik had het nooit willen missen.” In het boek vertelt hij dat hij aan het eind van de Tweede Wereldoorlog begon met crossen, nadat de Canadezen hem in 1945 op een motor hadden laten rijden. Hartelman leerde de kneepjes van Hennie Rietman uit Doetinchem. Die behoorde tot de nationale top.
In de jaren die erop volgden groeide Hartelman uit tot een internationale crosser. Om mee te kunnen draaien tussen de toppers zorgde hij ervoor dat hij een goede conditie had. “Crossen is erg zwaar”, aldus Hartelman. “Zeker op zand. Ik deed oefeningen in de werkplaats, gebruikte aambeelden als halter, trok aan een binnenband, kneep in een tennisbal. Hardlopen deed ik niet op sportschoenen, maar op vetkistjes door het zand.”
Andere tijdenDe omstandigheden waaronder de crossers in die tijd hun sport uitoefenden was niet te vergelijken met nu. “Ik kom nog uit de tijd dat een crosser zelf sleutelde”, zo verklaart de Hengeloër. “Ik bouwde de motor helemaal zelf, ook de tanks. Ik gebruikte een aluminiumplaat van de binnenkant van een koelwagen. Die klopte ik helemaal tot een tank.”
Eigen motorzaakEind jaren zestig stopte hij als actief coureur en werd begeleider van zijn neef en plaatsgenoot Gerrit Wolsink die later grote successen behaalde op WK's. Hartelman begon in 1965 ook een motorzaak in Hengelo. Uiteindelijk werd de zaak verplaatst naar een industrieterrein in Hengelo. De motorzaak wordt tegenwoordig gerund door een zoon en schoonzoon van Hartelman.
Foto: Willy Hermans