De afvalverwerker uit Varsseveld heeft ook vestigingen in Goor en Veenendaal. Voor zover we nu weten wil de provincie alleen de vergunningen intrekken van de vestigingen in Goor en Varsseveld. Waarom, dat is nog niet helemaal duidelijk. De provincie denkt dat de vergunningen worden gebruikt voor criminele activiteiten. Ter Horst is het hier niet mee eens en gaat tegen het voornemen in beroep. Het intrekken van de vergunning gaat volgens de zogenaamde Wet Bibob (bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur). Hiermee kunnen overheden vergunninghouders en -aanvragers toetsen. Vaak gaat het dan om gemeenten die ondernemers verbieden om een bedrijf starten. Het komt eigenlijk nooit voor dat de provincie de vergunning van een bestaand afvalbedrijf intrekt. Het zou betekenen dat Ter Horst het grootste deel van hun werk niet meer kan doen.
De afgelopen jaren kwam Ter Horst vaak in het nieuws om een en dezelfde reden: brand. In 2012, 2015 en 2017 was het al raak. Het ging om verschillende branden, van papier tot metaal. In de extreem droge zomer van 2018 kwam Ter Horst pas echt veel in het nieuws. Dat begon met een grote controle in juli van dat jaar. Ter Horst werd onder leiding van het Openbaar Ministerie (OM) door verschillende instanties gecontroleerd: van de omgevingsdienst tot het waterschap. Toen bleek dat er van alles mis ging in het bedrijf. Er lag te veel afval en het lag door elkaar heen. Er was twee keer zoveel asbest als toegestaan, er lekte koelvloeistof weg en er lagen accu's op plekken waar het niet mag. Ook werd er illegaal gebruik gemaakt van gemeentegrond. Uit een Wob-verzoek van Omroep Gelderland bleek dat er twintig keer meer afval lag dan was toegestaan.
Grote brand zorgt voor meer rampspoed
De ellende werd kort na de controle nog groter. Aan het einde van diezelfde maand, op 26 juli, brak er een grote brand uit. Tien woningen in de buurt werden ontruimd. De brandweer was dagen bezig met nablussen en zette vierhonderd mensen plus 32 voertuigen in om de brand te bedwingen. Na metingen van het RIVM bleek dat er veel schadelijke stoffen waren vrijgekomen. Het instituut raadde mensen in de omgeving met een moestuin aan om groente en fruit uit de tuin grondig te wassen voor consumptie. Ook werd geadviseerd om vee geen gras van de wei te laten eten totdat het zou gaan regenen. Buurtbewoners klaagden veel over het bedrijf. Het was hen niet ontgaan dat er te veel afval op het bedrijf lag. In de buurt ging dan ook het gerucht rond dat de brand aangestoken zou zijn om iets aan de afvalberg te doen. Dit bleek niet het geval. De brandweer concludeerde dat de brand ontstond door broei.
Gratis ijsje
Toch waren omwonenden het zat. Ze eisten dat Ter Horst werd stilgelegd. Dit gebeurde niet. Als reactie op de commotie bood Ter Horst buurtbewoners een gratis ijsje aan. Dat schoot de buurt in het verkeerde keelgat. Ze eisten maatregelen, geen ijs. Ondertussen greep de provincie in bij Ter Horst. Het bedrijf mocht geen nieuw afval meer innemen tot het vuil dat er al lag, zou zijn afgevoerd. Dat moest binnen twee weken gebeuren. De afvalverwerker kreeg echter meer tijd, omdat er problemen waren bij de externe verbrandingsovens. Het kon simpelweg niet sneller. Daarbij liet de provincie bewoners weten dat het bedrijf zich 'maximaal heeft ingespannen om aan de last te voldoen'. Uiteindelijk mocht Ter Horst op 16 augustus weer afval innemen. Dat was drie weken na de brand. Vanaf dat moment leek het beter te gaan met Ter Horst. De provincie complimenteerde het bedrijf zelfs om de afhandeling van de brand.
Onduidelijkheid over vergunning
Pas in 2020 dook Ter Horst weer op in het nieuws. Ten eerste vanwege het eerder genoemde Wob-verzoek, maar ook vanwege vage vergunningen. Er was namelijk discussie over hoeveel afval er nu mocht liggen. De provincie erkende dat de vergunning op dat moment onduidelijk was. Dit zou komen door groei. "Dit zie je overal. Je vraagt iets aan en krijgt een vergunning. Dan ontwikkelt een bedrijf en krijg je een nieuwe keur aan vergunningen. Als je dat optelt, dan wordt het onoverzichtelijk", zei gedeputeerde Peter Drenth destijds. Dat was dus goed nieuws voor Ter Horst.
Taakstraffen en boetes
In 2021 begon de ellende voor Ter Horst weer. Een medewerker en een bestuurder van het bedrijf stonden in Zwolle voor de rechter. Dit kwam allemaal voort uit de inval van 2018. Het OM verdacht de twee onder meer van valsheid in geschrifte. Er zouden inkoopfacturen van accu's zijn vervalst. Er werden maandenlange celstraffen geëist. Dit had veel impact op de bestuurder in kwestie. "We hebben keihard gewerkt en worden nu weggezet als zware criminelen", zei hij. Uiteindelijk kregen de twee verdachten taakstraffen en een voorwaardelijke celstraf. De bestuurder kreeg 200 uur taakstraf en de medewerker 120 uur. Ook moest het bedrijf 80.000 euro aan boetes betalen.
Intrekken vergunning is 'onredelijk en onevenredig'
De problemen dreigen nu nog groter te worden, nu de provincie het voornemen heeft de vergunning in te trekken. Ter Horst heeft al aangekondigd in beroep te gaan als het zover komt. "Zo nodig tot aan de Raad van State", zegt de afvalverwerker in een verklaring. Het bedrijf denkt dat de intrekking 'onredelijk en onevenredig' zou zijn. "Wij hebben er het volste vertrouwen in dat ook de bestuursrechter tot dit oordeel zal komen", stellen ze verder. Het is onduidelijk waar Ter Horst nu concreet van verdacht wordt en wie daar in het bedrijf schuldig aan zouden zijn. Bij de Wet Bibob wordt dat namelijk geheim gehouden.
Foto: REGIO8