Het project ging vorig jaar van start
De dieren werden gelokt met de geur van een blikje sardines. Dit geurstation stond tussen september 2020 en september 2021 in 41 verschillende tuinen. In stedelijke gebieden, maar ook in het buitengebied van de gemeente. De huiskat werd veruit het vaakst gesignaleerd door de camera's, gevolgd door de egel en de steenmarter. De ree werd meer dan 160 keer gezien, in zes verschillende tuinen. Ook minder bekende dieren doken op. Zo werd de bunzing, die wordt gezien als 'kleine neef' van de steenmarter, eenmaal waargenomen. De vos is twee keer gesignaleerd in twee verschillende tuinen, terwijl de das zich tweemaal in dezelfde tuin in het buitengebied richting Zelhem liet zien.
Een van de doelen van het project was om inwoners meer betrokken te krijgen bij de natuur in de directe omgeving. Wethouder Ingrid Lambregts, die zelf ook een wildcamera in haar tuin had, gaat in op de ambitie: "Door het openbaar maken van het rapport hopen wij dat het voor al onze inwoners duidelijk wordt welke dieren er zoal in hun leefomgeving voorkomen. En natuurlijk zou het fantastisch zijn als iedereen vervolgens met de tips aan de slag gaat om hun tuinen beter toegankelijk en geschikt te maken voor dieren."
Merels en steenuilen
Naast de zoogdieren werden ook tientallen vogels vastgelegd door de wildcamera's. Dit wordt door de onderzoekers gezien als 'bijvangst', omdat het project gericht was op zoogdieren. In totaal zijn 31 vogelsoorten waargenomen. Het vaakst werd de merel gesignaleerd (in dertig tuinen, red.), gevolgd door de ekster (21 tuinen) en de koolmees (26 tuinen). De onderzoekers zelf noemen de steentuil, die zes keer werd vastgelegd, een 'mooie waarneming'.
Foto: REGIO8 (ree en reekalf)