Wethouder Marja Eggink van Lochem wilde wachten op landelijke maatregelen, die volgend jaar bekend moeten worden. Voorman Calle Janssen van LochemGroen! had daar begrip voor. “Daar ben ik het mee eens, het is aan Den Haag om daar werk van te maken”, reageerde Janssen. “Maar we hoeven vanuit Den Haag weinig te verwachten, dus gaan gemeentes zelf aan de slag.” Janssen wees daarbij op de gemeenten Hof van Twente en De Friese Meren.
'99 procent geen sierteelt'
De wethouder verklaarde ‘de gezondheid van de inwoners heel belangrijk te vinden’, “maar het gaat om een beperkt aantal locaties. Het gaat om 0,08 procent van het landelijke gebied, dus op 99 procent van het areaal is geen sierteelt”, aldus Eggink, die zorgvuldigheid boven snelheid prefereerde.
Ze wilde eerst de uitkomst van het landelijke onderzoek afwachten: “Dan kijken we wat de gevolgen zijn. Bovendien gaat het om een héle beperkte oppervlakte.”
Er was verdeeldheid binnen de gemeenteraad en na een schorsing kwam Janssen met een aanpassing van de motie. Met niet-biologische sierteelt werd specifiek het telen van bol- en knolgewassen en snijbloemen bedoeld, waarna de raad in zijngeheel voor de motie stemde.