In 2016 werd Kistemaker erelid van De Graafschap
Het was in augustus 1989, op de maandag na de verloren uitwedstrijd in Leeuwarden tegen Cambuur, in De Gouden Karper in Hummelo. Simon Kistemaker bestelde een zeetong ‘van minimaal zeshonderd gram’ en keek vreemd op toen hij als een ‘bullebak’ werd betiteld. ‘De Kist’, zoals hij door het voetballeven ging, keek Thea aan en vroeg haar: “Snap je dat lief?” Zij schudde het hoofd: “Nee.” Het was kort na Kistemakers aanstelling bij De Graafschap. Het seizoen 1989-1990 was nog maar net begonnen en hij was de opvolger van het duo Ben Zweers en Arie Stehouwer, die de naar Feyenoord vertrokken Pim Verbeek waren opgevolgd. Zonder succes, de voorbereiding verliep dramatisch. Daarom kwam Kistemaker naar Doetinchem, om minimaal bovenin mee te doen in de eerste divisie.
De Graafschap eindigde dat seizoen als zevende. Kistemaker gebruikte dat jaar om de selectie naar zijn hand te zetten en een professionalisering door te voeren op De Vijverberg. Overdag trainen en niet langer aan het eind van de middag, steeds meer full-profs in plaats van semi-profs met een baan naast het voetballen. Die aanpak leverde een jaar later al het gewenste resultaat op, De Graafschap werd ongeslagen kampioen en promoveerde naar de eredivisie.
Engelse leest
Kistemaker was een op de Engelse leest geschoeide trainer, die enorm hard trainde. Geen uitlooptraining na een wedstrijd, maar tempolopen van vierhonderd, zeshonderd en achthonderd meter. En als er in een wedstrijd in de slotfase een minimale voorsprong werd verdedigd, zette Kistemaker geen extra, kopsterke verdediger in maar juist een extra spits. Meestal luwde dan het offensief. De voormalige verdediger van Stormvogels was geen doorsnee Nederlandse oefenmeester.
Bulderen langs de lijn
Dat gold ook voor zijn gedrag langs de lijn. Kistemaker bulderde langs de lijn richting spelers en scheidsrechter, en bespeelde het publiek. Hij verwierf er een heldenstatus mee op De Vijverberg. Maar achter die stoere opstelling ging ook een warme vaderfiguur schuil, die in een onbewaakt ogenblik de poes thuis kon aaien. Thea keek dan glimlachend en knipogend toe. Werd hij 'betrapt', dan was hij weer ‘De Kist’, die met stoere taal zijn status als 'harde trainer’ bewaakte.
Gezelligheidsdier
De in IJmuiden geboren en getogen Kistemaker was een gezelligheidsdier die elke donderdagavond in het spelershome bij Tante Lien een gezellige avond had met onder anderen assistent-trainer Toon Beijer, de spelers Hans Kraay jr. en Jurrie Koolhof, en bestuurslid Herman Schutte. Maar hij kende ook de schaduwkanten van het leven. De Kist stopte in Australië als trainer bij de Brisbane Lions omdat zijn eerste vrouw kanker kreeg. Hij bleef aan haar zijde totdat ze stierf en pakte daarna weer zijn trainersloopbaan op.
Relativeren
De achilleshiel van Kistemaker was zijn gebrek aan relativeringsvermogen. Na een nederlaag moesten de gordijnen thuis in het Achterhoekse Hengelo dicht blijven, hoefde Thea het eten niet op te dienen en trok hij zich terug in zijn werkkamer, waar de ergernis overheerste. Mede daardoor werd hij geteisterd door migraine.
Lastpak
Kistemaker vertrok in 1993 – met pijn in het hart – uit de Achterhoek, terug naar het westen. Simon en Thea gingen in Santpoort wonen en hij werd trainer bij Telstar. De relatie met toenmalig voorzitter Anton van Kooten van De Graafschap was dusdanig verslechterd dat een langer dienstverband op De Vijverberg niet meer haalbaar was. De Kist wilde wel als technisch directeur aan de slag, Van Kooten vond hem te veeleisend en zag hem als een lastpak. Het was mooi geweest.
Voor eeuwig in het hart
Desondanks bleef De Graafschap voor eeuwig in het hart van Kistemaker en sprak hij meerdere malen uit dat Thea en hij in de Achterhoek hadden moeten blijven wonen. In 2003 werd hij nog benaderd om terug te keren bij De Graafschap, na het ontslag van Peter Bosz, om de club via de nacompetitie in de eredivisie te houden. Kistemaker wilde wel, maar wilde dan óók een contract voor het seizoen erop, maar dat weigerde De Graafschap. Dat stak Kistemaker, al was het niet van invloed op zijn gevoel over De Graafschap: “De mooiste club waar ik gewerkt heb."
Foto: REGIO8