“In bronnen stuit je nergens op weerstand of commentaar op de besluiten om joodse panden in de stad te kopen”, zegt Berkhuysen over deze zwarte bladzijde in de geschiedenis. Uit een dagboek van één van de leidinggevenden van de Doetinchemse uitgeverij Misset valt volgens de onderzoeker onder meer de rol van directeur Kees Misset op te maken: “Toen Duitsland aan de verliezende hand was, zei hij in een vergadering dat hij na de oorlog moeilijkheden kon krijgen met het aankopen van de joodse panden.”
In totaal kwamen 13 van de 47 panden via een NSB-makelaar in handen van Misset. “Na de oorlog is Kees Misset veroordeeld voor de daden. Hij mocht zeven jaar lang zijn beroep niet uitoefenen”, aldus Berkhuysen. Misset overleed vlak na de oorlog. Ook zijn overige familieleden zijn volgens de Doetinchemse onderzoeker overleden, waardoor zij niet kunnen reageren op het oorlogsverleden van Kees Misset.
Onderzoeken in andere gemeentenMet zijn onderzoek sluit de Doetinchemmer aan bij vergelijkbare onderzoeken die door heel het land worden gedaan. “In totaal zijn al zevenduizend stuks onteigend en doorverkocht joods ontroerend goed in kaart gebracht", zegt Berkhuysen. "Op
een digitaal overzicht worden ook de verkoopprijs en de namen van de koper en de verkoper vermeld."
SchrijnendVolgens Berkhuysen is het schrijnend voor hoe weinig geld deze panden werden doorverkocht: “In Doetinchem was de gemiddelde verkoopprijs slechts 22 procent van de daadwerkelijke huisprijs. In totaal waren de 47 panden volgens de huidige WOZ-waarde negen miljoen euro waard.”
Doetinchem schuldig?Enkele Nederlandse gemeenten,
waaronder Winterswijk, onderzochten hun eigen rol in de doorverkoop van woningen en de belastingen die na de bevrijding in sommige gevallen zijn geëist van de joodse thuiskomers. Amsterdam, Den Haag en Rotterdam hebben naar aanleiding van die onderzoeken in totaal 14,6 miljoen euro uitgekeerd aan individuen en joodse organisaties.
OorlogsverledenVolgens Berkhuysen heeft ook Doetinchem een rol in dit oorlogsverleden. De toenmalige burgemeester Slothouwer keurde de verbouwing van een pand in de Plantsoenstraat tot politiebureau goed. "Het is maar de vraag in hoeverre hij ook echt een keuze had in deze periode", zegt Berkhuysen.
Gemeente steunt onderzoekDe gemeente Doetinchem is zich bewust van dit deel van de geschiedenis en vindt het belangrijk dat er een landelijk onderzoek is gestart, zo laat een woordvoerder weten: “We wachten de resultaten hiervan af voordat we een standpunt innemen.”
Foto: Jan Massink, Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers