“Voorheen hadden we tweehonderd zeugen en tweeduizend vleesvarkens op twee locaties”, vertelt Steintjes. “Daar had ik een dagtaak aan.” Afgelopen najaar besloot Nico het roer om te gooien. De stallen zijn versleten en dus stapt hij over naar biologische huisvesting voor zijn varkens, waarbij ze grotere hokken krijgen met een uitloop naar buiten. “Ik ben teruggegaan naar twaalf zeugen en honderd vleesvarkens. Het vlees van onze varkens gaat niet meer naar een grote slachterij, maar wordt verkocht in onze eigen winkel.” Daar kan het direct aan de consument worden verkocht en dat heeft volgens Steintjes zijn voordelen. “We kunnen onze eigen prijs bepalen. Bij een slachterij krijg je een bepaalde prijs voor je vlees en valt er weinig te onderhandelen.”
Annemiek en Nico zien de verkoop van streekproducten de afgelopen jaren sterk groeien. “We hebben de afgelopen jaren een grote klantenkring opgebouwd en draaien inmiddels goed”, zegt Annemiek Scholten. Ze merken dat mensen steeds vaker willen weten waar hun product vandaan komt. “Dat is ook het leuke aan het werken in deze landwinkel”, vertelt Scholten. “Vertellen hoe de producten worden gemaakt en waar ze vandaan komen. Men vind het mooi om te horen dat de kaas uit Lievelde of Winterswijk komt en de jam uit Groenlo.”
'Boeren krijgen een eerlijke prijs'
De provincie Gelderland stimuleert de groei van het aantal korte ketens en verstrekt nu subsidie om de samenwerking tussen de verschillende initiatieven verder te verbeteren. “Korte ketens zorgen ervoor dat de boer een eerlijke prijs voor zijn product krijgt”, zegt gedeputeerde Peter Drenth. “Dat is belangrijk in het verdienmodel en de toekomst voor de boer over tien of twintig jaar.”
Niet de enige oplossing
Volgens Drenth zijn ‘korte ketens’ niet de enige oplossing voor de toekomst van de landbouwsector. “Maar als je de spullen die je eet van dichtbij haalt dan is er ook minder vervoer nodig. Er zit de laatste jaren groei in deze sector, dus waarom zou je die groei dan niet stimuleren.”
Foto: REGIO8