“In de grote steden is het voor voedselbanken penibel geworden, maar hier in het oosten zitten we nog vrij goed”, vertelt bestuurslid Ineke Roerdink van de Voedselbank Oost-Achterhoek. Het aantal klanten bij deze organisatie, die actief is in meerdere gemeenten, blijft stabiel rond de 330: “We hebben weleens richting de vierhonderd klanten gehad. Er is dus zeker geen toename sinds de coronacrisis.” Diezelfde trend merkt de Voedselbank Doetinchem, waar in 2021 gemiddeld 250 klanten gebruik van maakten. “Het laatste halfjaar zakte het zelfs naar beneden”, zegt voorzitter Peter Bob Peerenboom.
Perenboom waarschuwt wel voor te veel optimisme. “Ik verwacht wel dat het aantal klanten dit jaar gaat stijgen, want op langere termijn valt de coronasteun weg”, schetst de voorzitter van de Voedselbank Doetinchem. “En we kunnen een behoorlijk effect gaan zien van de inflatie en de energielasten die fors stijgen.” Roerdink deelt die zorg: “Op zich is het positief dat het aantal klanten niet is gestegen, maar dat kan alsnog komen als regelingen vanuit de overheid niet meer worden uitgevoerd.”
Verruiming criteria
Voor dit jaar worden door voedselbanken de criteria verruimd, mede vanwege de inflatie. Het nieuwe ‘normbedrag’, geld dat overblijft na onder meer de vaste lasten, bedraagt dit jaar bij de Voedselbank Doetinchem 250 euro voor een eenpersoonshuishouden. Vorig jaar was dat 235 euro “Ik denk dat er nu iets meer mensen in aanmerking komen”, zegt Peereboom, die aangeeft dat onder meer de kosten voor huisdieren nu worden meegerekend. Bij de Voedselbank Oost-Achterhoek is het normbedrag verhoogd naar 150 euro per huishouden.
Foto: REGIO8 (archief)