Van Oosterhout was onderdeel van de ploeg van trainer De Visser die in 1973 promoveerde naar de eredivisie. Het nieuws van het overlijden kreeg de voormalig trainer te horen van een andere oud-speler van De Graafschap, André van der Ley. “Daar had en heb ik wel erg veel verdriet van”, zegt de inmiddels 89-jarige oud-trainer van De Graafschap. “Ik heb Harry destijds zelf meegenomen van Sparta, daar was hij mijn jeugdspeler. Hij was eigenlijk een snelle rechtsbuiten, maar ik heb hem uit nood een keer in het doel moeten zetten. Dat deed hij zo goed, dat hij keeper is geworden. Iedereen vond dat gek, maar ik wist dat hij een goede gymnast was.”
Bij De Graafschap was Van Oosterhout de doelman in het allereerste eredivisieseizoen. Hij stond onder de lat in het legendarische thuisduel met Feyenoord, dat met 5-7 werd verloren. “Maar die tegengoals waren zijn schuld niet, daar was geen houden aan”, herinnert De Visser zich. “Dat was ook een absoluut top Feyenoord, met jongens als Willem van Hanegem en Rinus Israël. Dat wij als promovendus vijf goals scoorden, tegen de beste verdediging van Nederland…Iedereen was blij met die wedstrijd, want je had ook saai met 0-2 kunnen verliezen.”
‘Een hele fijne jongen’
Van Oosterhout speelde meer dan honderd wedstrijden voor de Doetinchemmers, ook kwam hij nog een jaar uit voor SC Heracles. Hij bleef na zijn carrière in de Achterhoek plakken. “Hij vond het daar fantastisch”, zegt De Visser, die weer een van
zijn ‘jongens uit 1973’ ziet wegvallen. “Dat er al zo veel spelers van je overlijden, dat doet mij altijd een beetje verdriet. Of het nou Chris de Vries was, Henk Overgoor... Het zijn je jongens. Harry was een goede keeper, maar ook een hele fijne jongen.”